erfgoedobject

Kasteeldomein Ravaart

bouwkundig / landschappelijk element
ID
134135
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134135

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteeldomein Ravaart
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Bijgebouwen van kasteel Ravaart
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteel Ravaart
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Floordambos
    Deze bescherming is geldig sinds

  • omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Bijgebouwen van kasteel Ravaart
    Deze vaststelling was geldig van tot

  • omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteel Ravaart
    Deze vaststelling was geldig van tot

  • omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Personeelswoning
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Neoclassicistisch landhuis met bijgebouwen en personeelswoningen gebouwd in de jaren 1860 in een grotendeels bebost domein van circa 24 hectare, met een gedeeltelijk ommuurde moestuin en een landschappelijk aangelegd gedeelte van circa 16 hectare; permanente wateroverlast bemoeilijkt het behoud van de oude bomen, vooral beuken.

Rond 1860 liet een zekere Sébastien Detige uit Elsene op de 'Ravert' of 'Ravaart' aan de noordrand van het Floordambos, ten westen van en vermoedelijk iets later dan het aanpalende kasteel van Huinhoven*, een landhuis bouwen, een riant neoclassicistisch gebouw van vijf traveeën, een souterrain en twee bouwlagen, met witgepleisterde lijstgevels onder een pannen tentdak, oorspronkelijk bekroond met een toren­tje, nadien afgeknot met een terrasje. Het kasteelkarakter moest blijken uit tal van details, zoals de geprofileerde kroonlijst, de frontons boven de middenrisalieten in de voor- en achtergevels (respectievelijk boogvormig en driehoekig). In 1870 werd langs weerszijden een travee toegevoegd; de platte daken van deze aanbouwen werden ingericht als terrassen en omgeven met balustrades. Detige liet het kasteel naar verluidt bouwen voor zijn dochter Anna, weduwe van Alphonse Rayé, zoon van de eigenaar van het kasteel van Huinhoven. Bij de oorspronkelijke lay-out hoorde ook een koetshuis met stallingen – twee haaks op de straat opgetrokken, geelachtig beschilderde, bakstenen constructies die, verbonden door twee dwarsmuren, een gesloten neerhof vormen. Vooral de naar het kasteel gekeerde gevel is neoclassicistisch uitgewerkt, met onder meer een breed middenrisaliet en een rondboogarcade met geblokte pilasters. De gedeeltelijk ommuurde moestuin – ongeveer 50 are – werd aangelegd achter het koetshuiscomplex in de noordoosthoek van het domein. De drie serres tegen de noordmuur van de moestuin waren van meet af aan aanwezig. Rond 1884 werd tegen de oostelijke tuinmuur een groentekelder gebouwd – een uitzonderlijke constructie (met een aarden vloer) – met erbovenop een oranjerie onder een pannen schilddak. De twee huisjes aan de noordzijde van de tuinmuur waren bestemd voor het personeel.

Bij het kasteel van Detige hoorde een lusthof ("hof van vermaek") van bijna 4,5 hectare en een lustvijver ("vijver van vermaek") van 58 are. Op de oudste stafkaarten (1864, 1892) wordt deze vijver verkeerdelijk met het silhouet van een buikfles en bovendien te veel naar het noorden weergegeven. Uit de kadastrale opmetingsschetsen blijkt dat de vijver (de percelen 250a op Peutie en 292b op Melsbroek) al van meet af aan zijn huidige vorm had, min of meer een '8': een kleine noordelijke lob (op het grondgebied Peutie) en een grote zuidelijke lob (op Melsbroek), met de huidige smeedijzeren boogbrug over de engte tussen beide lobben. Over deze brug en op de grens tussen Peutie en Melsbroek loopt een lijnrechte, 450 m lange, oost-west-gerichte dreef, afgezoomd met beuken (Fagus sylvatica). Een tweede rechte, zuidwest- noordoostelijk lopende beukendreef vormt de zuidgrens van het domein. Een derde beukendreef, min of meer noord-zuid-georiënteerd, vormt de grens tussen het landschappelijke park en het westelijke, beboste gedeelte van het domein, waar geen sporen van landschappelijke aanleg meer aanwezig zijn. Een vierde, zuidwest-noordoost-georiënteerde dreef, ditmaal met bruine beuken (Fagus sylvatica 'Atropunicea'), ontsluit dit bosplantsoen.

De stafkaart van 1909 toont een patroon van parkwegen, dat in grote lijnen nog aanwezig is. Het kasteel vormt het middelpunt van een open ruimte, waar de vijver deel van uitmaakt, en het vertrekpunt van een net van kronkelwegen, die de rechte dreven doorsnijden en de vijverlobben omkaderen. Het is ook duidelijk dat de landschappelijke aanleg veel meer omvat dan de kadastrale 4,5 hectare en zijn tentakels tot ver in het Floordambos uitstrekt. De stafkaart van 1892 toont ook dat de open ruimte rond het kasteel bezaaid was met solitaire bomen en groepjes of massieven van bomen en struiken. Ook nu nog bevinden zich in deze zone een reeks monumentale bomen die ongetwijfeld tot de aanplantingen van Detige behoren: bruine beuken, Hollandse en hangende zilverlinden (Tilia x europaea, T. petiolaris), Italiaanse populieren (Populus nigra 'Italica'), platanen (Platanus x hispanica), rode bastaardpaardenkastanjes (Aesculus x carnea) en – voor het kasteel – een varenbeuk (Fagus sylvatica 'Asplenifolia'). De parkstructuur rond het kasteel van Ravaart was niet verbonden met die van het park rond het kasteel van Huinhoven en van een personele unie is er – althans volgens het kadaster – ook nooit sprake geweest. Weduwe Anna Detige huwde in 1879 met Adolphe Dusart. Haar dochter Alice Rayé trouwde met de scheikundige Leon Moerman, die vanaf 1911 als eigenaar geregistreerd wordt.

De ruimte voor het kasteel bestaat momenteel uit gazon met enkele beelden en tuinvazen. Op een oude foto is echter een 'Franse tuin' te zien, een regelmatig geometrisch plantsoen met bloemencorbeilles – echo van de revival van de regelmatig-geometrische, 'Franse' tuinstijl aan het einde van de 19de eeuw, onder impuls van publicaties zoals de 'Traité général de la composition des parcs et jardins' (1879) van Edouard André en het werk van de Franse tuinarchitecten vader (Henri) en zoon (Achille) Duchêne, de 'style Duchêne'. Deze Franse tuin voor het kasteel werd vermoedelijk onder Dusart aangelegd. Vazen, tuinbeelden en kleinarchitectuur in de vorm van priëlen en paviljoen, waren vroeger ongetwijfeld talrijker aanwezig. De dreef die over de brug loopt, eindigt in het westen bij een arduinen sokkel en in de zuidoosthoek is nog de getrapte onderbouw van een verdwenen paviljoen zichtbaar. Oude haagbeuken (Carpinus betulus) langs de west- en oostrand van het park zijn mogelijk een overblijfsel van verdwenen loofgangen of 'charmilles'. Interessant was tot voor kort ook de moestuin, ongeveer een halve hectare groot, met muren langs de noord- en de oostzijde, warme en koude serres, de voormelde oranjerie met daaronder een groentekelder (recentelijk tot woning verbouwd) en met lage buxushaagjes omgezoomde bedden. De open ruimte ten westen van het kasteel was een tijd lang de boomgaard van het domein, zoals blijkt uit de stafkaarten van 1909 en 1932.

De oorspronkelijke visuele band tussen het kasteel en de zone rond de vijver ging teloor door natuurlijke opslag van wilg, es en zwarte els. Het onderhoud van het park wordt in aanzienlijke mate bemoeilijkt door de waterhuishouding en de bodemgesteldheid. Het domein Ravaart ligt op de waterscheiding tussen de Trawoolbeek, die westwaarts naar de Zenne loopt, en de Barebeek, die in noordoostelijke richting naar de Dijle loopt. De verstedelijking van de omgeving en de aanleg van nieuwe en de verbreding van bestaande wegen hebben het waterlopennet overbelast. Een halfdicht geslibde duiker onder de nabijgelegen autosnelweg (aangelegd in 1974-1975) heeft tijdens de laatste 30 jaar gezorgd voor een merkbare vernatting van het domein. Zijn waarde als 'wetland'-habitat is ongetwijfeld toegenomen, maar voor een 19deeeuws landschappelijk park met oude bomen is de toestand ver van ideaal. De natte tot zeer natte leemgronden met een grondwaterstand op minder dan 1 m diepte, in de winter op sommige plekken vaak tot aan het maaiveld, beperkt de houdbaarheid van boomsoorten zoals beuk, die een worteldiepte van nauwelijks 50 cm bereiken. Een groot gedeelte van de imposante beukendreven zijn in de laatste 30 jaar tegen de vlakte gegaan en de oude parkwegen in het zuidwestelijke gedeelte zijn nagenoeg onbegaanbaar geworden.

Merkwaardige bomen (opname 6 juni 2007)
Het cijfer in vet geeft de stamomtrek in centimeters weer. De omtrek wordt standaard gemeten op 150cm hoogte.

  • 1. varenbeuk (Fagus sylvatica 'Asplenifolia') 328(130)
  • 2. gewone plataan (Platanus x hispanica) 460
  • 4. gewone plataan (Platanus x hispanica) 393
  • 6. bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') 386
  • 26. bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') 401
  • 36. zomereik (Quercus robur) 378
  • 43. gewone beuk (Fagus sylvatica) 413
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oudste kadastrale legger 212 Peutie, art. 68 nrs. 1-7, 24, 27 en 30-32, art. 366 nrs. 10-12 en art. 411.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant,Oudste kadastrale legger 212 Melsbroek, art. 434 en 666.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschets Peutie 1863/14, 1870/4 en 1884/7.
  • ANDRÉ E., L'art des jardins. Traité général de la composition des parcs et jardins, Paris, G. Masson, 1879.
  • BAEYENS L., Bodemkaart van België – kaartblad Zemst 73E & Verklarende tekst bij het kaartblad, Gent, Centrum voor Bodemkartering, 1958, p. 35-38.
  • DUCHÊNE M. e.a., Architectes-paysagistes 1841-1947. Le style Duchêne, Editions du Labyrinthe.
  • JELLICOE G. e.a., The Oxford companion to gardens, Oxford, New-York, Oxford University Press, 1986, p. 204-205.
  • KENNES H. & STEYAERT R., Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. Inventaris van het bouwkundig erfgoed: gemeente Vilvoorde, deelgemeente Peutie, Brussel, Afdeling Monumenten en Landschappen, 2005, p. 268-269.
  • LAUWERS J., Peutie en zijn voormalig begijnhof van Steenvoort, Peutie, Gemeentebestuur, 1976, p. 93-95.

Bron: DENEEF, R., 2009. Historische tuinen en parken van Vlaanderen - Ten noordoosten van Brussel: Kampenhout, Kraainem, Machelen, Steenokkerzeel, Vilvoorde, Wezembeek-Oppem, Zaventem, Zemst, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Bijgebouwen van kasteel Ravaart

  • Omvat
    Kasteel Ravaart

  • Omvat
    Personeelswoning

  • Is deel van
    Drie Kastelenstraat


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein Ravaart [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134135 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.