erfgoedobject

School met onderwijzerswoning

bouwkundig element
ID
12254
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/12254

Juridische gevolgen

Beschrijving

Dit eclectisch hoekcomplex werd in 1879 opgetrokken als katholieke jongensschool naar ontwerp van stadsarchitect H. Vandenplas. De bijhorende onderwijzerswoning, een eenvoudig bakstenen burgerhuis, wordt van de school gescheiden door een kleine tuin. Tussen 1895 en 1914 werd het complex gebruikt door de Katholieke Volksbond en in 1915 liet de nieuwe eigenaar het geheel verbouwen tot vijf afzonderlijke woningen.

Historiek

Het hoekcomplex werd in 1879 gebouwd als Vrije Katholieke Jongensschool met bijhorende binnenplaats en onderwijzerswoning. Opdrachtgever en mogelijke financier was bankier Josefh Van Bladel. Ontwerper was stadsarchitect H. Vandenplas.

De oprichting van deze school is het rechtstreekse gevolg van de schoolstrijd. De wet Van Humbeeck (1879) die de gemeentelijke autonomie inzake onderwijs ten zeerste beperkte (de gemeenten moesten een officiële school bezitten, mochten geen vrije (katholieke) scholen meer subsidiëren en alle onderwijzers moesten gediplomeerd zijn door de officiële normaalschool) en het neutrale lekenonderwijs vooropstelde, bleef in het katholieke Turnhout niet zonder gevolg.

Als reactie op de wet werd in 1879 een katholieke schoolcommunauteit opgericht die aan de basis lag van de oprichting van drie katholieke lagere scholen (één jongensschool in de Sint-Antoniusstraat, een meisjesschol op het Patersplein en een gemengde school in Zevendonk) en één bewaarschool (in de Beekgstraat). Vermits deze scholen kosteloos waren, onttrokken ze niet alleen leerlingen aan de privéonderwijzers die dikwijls minderwaardig onderwijs verschaften, maar ook aan het stadsonderwijs en dan vooral aan de stedelijke jongensschool die onder het bestuur van E. Tyriard (1879-1889) niet al te best aangeschreven stond.

De Vrije Katholieke Jongensschool die in dit klimaat tot stand was gekomen, kreeg als bestuurder A.F. Jacobs, tevoren hoofdonderwijzer van de stedelijke school die daar uit protest zijn ambt had neergelegd. Na de schoolwet van 1884 werd op de gemeentezaad van 17 december 1884 "de Jacobse school" aangenomen. De genoemde omstandigheden leidden tot snelle uitbreiding. Door plaatsgebrek verhuisde de school in 1894 naar de Warandestraat, waar ze in de vroegere fabriek Glénisson over twaalf klaslokalen en een speelplaats kon beschikken.

Het vrijgekomen complex aan de Sint-Antoniusstraat en Leopoldstraat werd van omstreeks 1895 tot 1914 in gebruik genomen door de Katholieke Volksbond. Deze organisatie, die aanvankelijk vooral de arbeidersvleugel en later eerder de lage burgerij in de Katholieke Partij vertegenwoordigde, werd op 10 september 1893 opgericht ingevolge de invoering van het algemeen meervoudig stemrecht. Steunpilaren waren de sociaal bewogen deken Victor Adams als erevoorzitter en Henri Proost, meestergast bij Brepols, als eerste voorzitter. In 1895 sloot de Turnhoutse Volksbond zich aan bij de Belgische Volksbond.

In tegenstelling tot andere sociale organisaties had de Volksbond een uitgesproken politiek programma met sociale, democratische, Vlaamse en katholieke actiepunten. Onder invloed van en gesteund door de bond ontstonden verschillende katholieke vakverenigingen. In 1905 kwam in Turnhout een overkoepelend Verbond der Christelijke Vakverenigingen tot stand, waarvan het secretariaat ook in het bondsgebouw werd gevestigd.

De Volksbond gaf het ontstaan aan verschillende culturele verenigingen (de fanfare/harmonie Vermaak na Arbeid, de zangvereniging Moed en Hoop, de toneelgroep Heidebloem), zorgde voor beroepsopleiding en intellectuele vorming, spaarkassen, jongerenorganisaties, enzovoort. In het bondsgebouw aan de Sint-Antoniusstraat werden regelmatig vergaderingen en spreekbeurten gehouden. De Volksbond verzorgde bovendien regelmatig toneel- of muziekavonden. Het gebouw was uitgerust met een café, met buffet en biljart en op de bovenverdieping werd een feestzaal van 21 meter lang en 8,5 meter breed ingericht.

In 1914 verhuisde de Volksbond naar de Korte Begijnenstraat. Het eigendom aan de Sint-Antonius-/Leopoldstraat werd verkocht aan Benoît Versteylen, eigenaar van nummer zestien in de Sint-Antoniusstraat. Het complex werd naar ontwerp van J. Luyts tot vijf woningen verbouwd.

Op de begane grond van het hoekgebouw en in de onderwijzerswoning aan de Leopeoldstraat werden later winkels ondergebracht, tot nog toe met grotendeels behouden gevelopbouw: alleen de vensters aan weerszijden van de afgeronde hoek werden een weinig verlaagd en de oorspronkelijke ramen deels vernieuwd.

Beschrijving

Het als één geheel opgevat hoekcomplex van in totaal zeventien traveeën en twee bouwlagen onder een afgewolfd zadeldak heeft een koepel boven de twee afgeronde hoektraveeën (het oorspronkelijke schoolgebouw). De nok van het dak met mechanische pannen loopt evenwijdig ten opzichte van de straat. Het complex bevat verder een aansluitende, met bakstenen muur afgezette binnenplaats en een eenvoudig enkelhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (de oorspronkelijke onderwijzerswoning). Alles werd in 1879 opgetrokken in eclectische stijl met neoclassicistische inslag naar ontwerp van stadsbouwmeester H. Vandenplas.

Het voormalige schoolgebouw vertoont een symmetrisch uitgewerkte, evenwichtig opgebouwde gevelwand, gebaseerd op spiegelbeeldschema's, met gekoppelde deuren ter hoogte van de Sint-Antoniusstraat en per twee gekoppelde vensters, vermoedelijk corresponderend met de vroegere klassenindeling. Bij de latere verbouwing tot woonhuizen werd deze indeling gerespecteerd.

Het betreft een baksteenbouw met lijstgevels op arduinen plint, voorzien van gevelhoge, licht vooruitspringende en plastisch uitgewerkte bepleisterde gevelvlakken met panelen, pilasters en lijstwerk, alternerend met muurbanden, geringe hoekpilasters met fronton en monumentaal topstuk, en een omlopende gevelafsluiting met gekorniste, gelede architraaf, vlak fries en en houten kroon- en tandlijst op druk bewerkte consoles met dropmotief. De met zink beklede koepel is voorzien van oeil-de-boeuf en een smeedijzeren kruis dat aan de vroegere bestemming herinnert.

De gekoppelde, getoogde vensters (ook de keldervensters) op kordonvormende lekdrempels op de begane grond worden geflankeerd door geringde zuiltjes en zitten onder een getoogde waterlijst, paneelversiering en pseudo-gevelafsluiting. Op de tweede bouwlaag worden ze gescheiden door pseudo-pilasters. Er zit nog overwegend authentiek houtwerk met kantelramen in de bovenlichten. De veelal aangepaste, getoogde deuren zijn voorzien van een bovenlicht.

Op de hoek hangt, onder een baldakijn met engelenfiguurtjes een neobarok Onze-Lieve-Vrouwebeeld met kind op wereldbol, vervaardigd omstreeks 1926 door Kool, naar een beeld van Walter Pompe. Ten slotte is de gevel voorzien van een smeedijzeren lichtarm met lantaarn.

De bakstenen lijstgevel van de onderwijzerswoning werd gedecapeerd en op enkele lijsten na van alle versieringen ontdaan. De muuropeningen zijn getoogd.


Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DA002215, Sint-Antoniusstraat 18-22 + Leopoldstraat 17 : voormalige katholieke school met onderwijzerswoning
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: School met onderwijzerswoning [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/12254 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.