Geografisch thema

Mariakerke

ID
14521
URI
https://id.erfgoed.net/themas/14521

Beschrijving

Badplaats en woongemeente aan de middenkust van circa 10.745 inwoners en 274 hectare. Onder impuls van de verstedelijking van Oostende vanuit een kleine dorpskern naar het westen toe uitgegroeid tot de huidige badplaats. Het voormalige grondgebied van Mariakerke wordt stelselmatig ingenomen bij het grondgebied van Oostende. In 1877 wordt het gebied ten noorden van de Nieuwpoortsesteenweg tot aan de Northlaan bij Oostende gevoegd. In 1899 wordt de wet tot afschaffing van de gemeente Mariakerke gestemd. Er volgt een wijziging van grensscheiding tussen de stad Oostende en gemeente Stene: het gebied grosso modo ten zuiden van de Nieuwpoortsesteenweg en ten westen van de Mariakerkelaan wordt bij Stene gevoegd; de rest, wat wij nu als Mariakerke kennen, komt bij Oostende. Door de fusionering in de jaren 1970 gaat Stene ook tot Groot-Oostende behoren.

Mariakerke is gelegen in de "Historische polders van Oostende", met ten noorden een grotendeels genivelleerde duinengordel en ten westen van het dorp, nabij de oude kern, nog een ongerepte strook duinen. Twee gehuchten in Mariakerke zijn met elkaar vergroeid: enerzijds het zogenaamd "Mariakerke-Dorp", de historische kern rond het Duinenkerkje aan de westelijke rand van Mariakerke en anderzijds de zogenaamd "Albertuswijk" of "Mariakerke-Bad", het oostelijk gedeelte waar de eerste verstedelijking van Mariakerke vanuit Oostende is gestart. Mariakerke wordt in 1823 van oost naar west doorsneden door de Nieuwpoortsesteenweg, nu grosso modo de zuidgrens van het dorp. Voor die tijd verbinding met andere plaatsen enkel via de Duinenweg. Verdere ontsluiting door de tramlijn Oostende-Nieuwpoort-Veurne van 1877. Het gedeelte van Mariakerke ten zuiden van de steenweg wordt ontsloten door Oostendse ringlanen: de Elisabethlaan, aangelegd in 1906-1907 en de Mariakerkelaan van 1901. De Troonstraat, ter hoogte van de Dinantstraat overgaand in Zeedijk, maakt deel uit van de zogenaamd "Koninklijke Baan", hier aangelegd begin 20ste eeuw nagenoeg gelijktijdig met en naast de toen nieuwe kusttramlijn Oostende-Middelkerke.

Oudste vermelding van Mariakerke uit 1171 als "S. Mariae Capella". Mariakerke gaat terug op de historische nederzetting "Onze-Lieve-Vrouw-ter-Streep". Deze woonkern ontstond in de 11de eeuw op het verdwenen kusteiland "Testerep" dat zich uitstrekte van Oostende tot Westende. Het werd van het vasteland gescheiden door een brede kreek, die later tot afwateringsgracht evolueerde en waarvan het Albertusgeleed deel uitmaakte. Het Albertusgeleed is een zijtak van de hoofdwatergang van 's Heer Woutersambacht, waartoe het dorp behoorde.
De eerste vermelding van de parochie Onze-Lieve-Vrouw-ter-Streep dateert van 1115. Het grootste deel van Testerep behoorde tot die parochie, waarvan Oostende-ter-Streep oorspronkelijk een gehucht was.
In 1334 wordt Testerep overspoeld bij zware novemberstormen. Het dorp wordt heropgericht achter de Gravejansdijk. Dit dorp is de historische kern van het huidige Mariakerke. In de tweede helft van de 14de eeuw wordt een stenen gotische Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk gebouwd, ter vervanging van de verwoeste 12de-eeuwse kapel. De kern van deze kerk is tot op heden bewaard in het Duinenkerkje. In de 14de eeuw behoort het patronaatschap van Mariakerke aan de Heren van Wijnendale toe, waaronder het een bloeiperiode kent.
Eind 15de eeuw hevige onrust onder regentschap van Keizer Maximiliaan. Zware vernielingen tijdens godsdiensttroebelen in de tweede helft van de 15de eeuw; tijdens Beleg van Oostende (1601-1604) heeft Aartshertog Albrecht zijn hoofdkwartier in Mariakerke: in 1600 wordt het Albertusfort opgetrokken rond de Woutermanssluis in het Albertusgeleed, middenin de duinen. Het was een gebastioneerde constructie op basis van een vierkant. In de buurt van het fort, circa 1665 bouw houten Albertusmolen. Tijdens Tweede Beleg van Oostende in 1706 opnieuw vernielingen; kerk van Mariakerke wordt ingericht als militair hospitaal. In de tweede helft van de 17de eeuw geleidelijke heropbloei van de parochie, onder meer geïllustreerd door verfraaiing en inrichting van de kerk.

In het begin van de 19de eeuw is Mariakerke een arme, kleine landbouwgemeente, die steeds meer ingepalmd wordt door de bloeiende badstad Oostende. In het vierde kwart van de 19de eeuw ontwikkelt Mariakerke tot een toeristische badplaats in directe aansluiting tot de uitbreiding van Oostende onder impuls van Koning Leopold II. Door het verplaatsen van de koninklijke residentie naar het westen toe worden vanaf 1874 steeds meer voorzieningen uit de Oostendse binnenstad weggehaald en op grondgebied van Mariakerke ingeplant, onder meer de koninklijke stallingen en de Wellingtonrenbaan. Rond dat laatste complex wordt het elitaire "Project North" gesitueerd, gestart in 1894 op initiatief van Kolonel J.T. North en naar ontwerp van E. Lainé. Het wordt slechts gedeeltelijk uitgevoerd. Volgens dit plan wordt de dijk- en duinenoppervlakte tussen Oostende en Mariakerke geürbaniseerd; grotendeels op gronden die Mariakerke in 1877 aan Oostende moest afstaan. Het plan voorziet in een groenzone, een luisterrijk hotel, een verkaveling in dambordpatroon tussen het hotel en Mariakerke, en het Albertpark, op de plaats van het huidige voetbalveld ten westen van de Northlaan. Dit project vormt een stimulans voor de verstedelijking van Mariakerke; naast vissershuisjes, de oorspronkelijke basisbebouwing, worden er in Mariakerke op hoog tempo hotels en vakantiehuizen gebouwd. Bijkomende aantrekking voor toeristen is het beroemde natuurhistorische museum van A. Stracké, gebouwd in 1897 vlakbij het Duinenkerkje.

Eind jaren 1880 bouw van eerste hotels in de duinen; aanleg van de Zeedijk op de genivelleerde duinen tot aan de Albertuswijk in 1896, verder voor Mariakerke en Raversijde tot aan de Middelkerkse dijk in 1901-1902. Oorspronkelijke vakantiehuizen en hotels vanaf jaren 1920 systematisch vervangen door appartementsgebouwen. Voor de Albertuswijk wordt in de jaren 1880 een geometrisch verkavelingplan getekend met als basis de reeds bestaande historische straten; wordt in aangepaste versie vanaf circa 1900 uitgevoerd. Iets later, de aanleg van straten tussen Zeedijk en Duinenstraat-Troonstraat in dambordpatroon. Tweede verstedelijkingsfase vindt plaats in het interbellum: tussen 1924 en 1926 wordt het westelijk gedeelte van Mariakerke, in aansluiting met oudste kern rond Duinenkerkje in dambordpatroon aangelegd en bebouwd met villa's en vakantiehuizen. Mariakerke is van bij de oorsprong gekend als kuuroord, bijvoorbeeld "Instituut Delcroix", gesticht in 1897 (zie nr. 286); de sanatoria worden ingeplant ten westen van de Diksmuidestraat. Deze trend zet zich verder tijdens het interbellum.

De Tweede Wereldoorlog heeft een enorme invloed op Mariakerke als badstad. De opname van de Zeedijk in de Duitse verdedigingslinie zogenaamd Atlantikwal, zorgt voor de bijna totale vernieling van de bebouwing. Bij de grootschalige heropbouw wordt gekozen voor een totaal ander concept, waarbij grote, functionele appartementsgebouwen de basisbebouwing langs de kustlijn worden. Mariakerke groeit na de Tweede Wereldoorlog uit tot een centrum van sociaal toerisme, met grote katholieke en socialistische vakantiecentra op de Zeedijk.

Kerndorp. Van de historische kern, gevormd door het in de duinen gelegen Duinenkerkje of Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaartkerk, kerkhof en pastorie is enkel de kerk bewaard. De oorspronkelijke dorpsbebouwing bestaande uit rond de kerk verspreide vissershuisjes is op één na verdwenen en vervangen door burgerhuizen uit het laatste kwart van de 19de eeuw en het eerste kwart van de 20ste eeuw. De historische kern is door de Dorpstraat met de Nieuwpoortsesteenweg verbonden. De basisbebouwing in Mariakerke is gericht op toerisme. Ten noorden van de Nieuwpoortsesteenweg voornamelijk villa's en vakantiehuizen van het laatste kwart van de 19de eeuw of het eerste kwart van de 20ste eeuw; tevens badplaatsarchitectuur uit het interbellum in de toen aangelegde verkavelingen. De bekende luxueuze hotels zijn allemaal afgebroken, onder meer hotel Quitman, het Kursaalhotel en het Grand Hôtel des Bains, op de Zeedijk gebouwd eind 19de eeuw; Hotel Alfa in de Dorpstraat van 1933 naar ontwerp van B. Christiaens (Oostende). Appartementsgebouwen nemen vanaf het interbellum, en in hoger tempo na de Tweede Wereldoorlog, de functie van de oorspronkelijke hotels en vakantiehuizen over. Deze evolutie vond voornamelijk plaats op Zeedijk, maar ook in de straten naar de Zeedijk of de Nieuwpoortsesteenweg toe. Ten zuiden van de Nieuwpoortsesteenweg recente villaverkavelingen.

  • Archief van het kadaster, Oostende, Mariakerke, mutatieschetsen 1924-1926/24, 1900/18bis.
  • BAERT P., De kerken van West-Vlaanderen, deel II, Koekelare, 1980.
  • BILLIET G., Omtrent de Albertuswindmolen in Mariakerke, in De Plate, jg. 24, 1995, p. 10-16.
  • BILLIET G., O.L.V. Ter Duinen. Historische aantekeningen. Tweede geheel omgewerkte en aanzienlijk vermeerderde uitgave, Oostende, 1981.
  • CARREIN L., 100 jaar vrij onderwijs te Mariakerke, Oostende, 1995.
  • DE BEAUCOURT DE NOORTVELDE R., Monographie de Mariakerke-Bains, lez-Ostende anciennement Albertus, aujourd'hui Plage North. Avec plans, Ostende, 1896.
  • DESCHACHT D., Straatnamen van Oostende van A tot Z, Oostende, 1998.
  • DREESEN J., De oudste meldingen van Mariakerke, in De Plate, jg. 24, 1995, p. 8-9.
  • DUFAIT F., In en om het kerkje van Ensor. O.L.Vrouw-Ter-Duinen, Mariakerke, Oostende, Brugge, 1998.
    Eigenaars en gebruikers van de Albertmolen in Mariakerke, in De Plate, jg. 24, 1995, p. 286-291.
  • LEEUWERCK M., Mariakerke, honderd jaar eenzaamheid, in Gidsenblad "Lange Nelle", jg. 11, 1999, p. 17-19, 41-44.
  • MAJOR W. en VANTHOMME N., Een Duits vliegveld in oorlogstijd: het marineflugstation, in Cahier voor luchtvaartgeschiedenis, jg. 4, 1978, p. 2-20.
  • PIERLOOT R., Het vroegere Mariakerke en Raversijde, Nieuwkerke-Waas, 1987.
  • VALCKE L., 100 jaar geleden. De urbanisatie van Mariakerke of het "project North", in Gidsenblad "Lange Nelle", jg. 7, 1995, p. 165-168.
  • VANDAMME G., De Lange Derm en andere verdwenen zaken op Mariakerke, in De Plate, jg. 19, 1990, p. 335-338.
  • VILAIN O., Langs de Oostendse kateien, Oostende, 1974.

Bron: CALLAERT G., DELEPIERE A.-M., HOOFT E., KERRINCKX H. & VANNESTE P. met medewerking van SANTY P. & SNAUWAERT L. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostende, Deel IA: Stad Oostende, Straten A-M, Deel IB: Stad Oostende, Straten N-Z en wijken Haven, Hazegras, Opex, Deel II: Deelgemeenten Mariakerke, Raversijde, Stene en Zandvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL6, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Kerrinckx, Hans; Vanneste, Pol; Hooft, Elise; Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Mariakerke [online], https://id.erfgoed.net/themas/14521 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.