Complex dubbelhuisje van vier en een halve travee en één bouwlaag; haaks aanpalend, inspringend bijgebouw van één/twee traveeën en één bouwlaag; zadeldaken (nokrichtingen parallel aan en loodrecht op de straat, leien) met dakvenster; opklimmend tot circa 1901 (volgens sierankers), met inslag van de neo-Vlaamse-renaissance; eertijds woning van kunstschilder E. Surinx, naar wie de initialen "E.S." op ijzeren windvaantje verwijzen, via een pad over de Aa rechtstreeks verbonden met het atelier van A. Sohie in de Albert Sohiestraat.

Combinatie van verankerde, bakstenen lijst- en tuitgevels met gecementeerde en beschilderde onderdelen; tuitgevels met aandak, overhoekse pinakels en muurvlechtingen onder meer in hoofdvolume met bovenbouw in overstek op korfboogfries; lijstgevel met fries van baksteenlijsten. Houten kruis- en kloosterkozijnen met glas in lood en gebrandschilderde medaillons met Vlaamse spreuken. Rondboogdeur met oculus, trekbel. In de hoek tussen hoofd- en bijgebouw eertijds een wintertuin onder plat dak, heden vervangen door een uitbouw onder lessenaarsdak; recente uitbreidingen.