Alle panden, gebouwd tussen 1926 en 1940, zijn representatief voor de sociale segregatie die zich inzette in de 19de eeuw en voortduurde in de 20ste eeuw. Het zuiden van de stad Gent wordt een prestigieus en residentieel gebied. De verkaveling van de gronden in 1926 resulteerde in grote kavels en strenge bouweisen waardoor op de meest prestigieuze percelen van de wijk, namelijk aan het Paul de Smet de Naeyerplein, aan de Congreslaan, de Krijgslaan en de Onafhankelijkheidslaan, de voornaamste beroeps categorieën waaronder industriëlen en groothandelaars zich vestigden.

in casu architectuurhistorische waarde: De panden zijn op architecturaal vlak eveneens representatief daar ze de verschillende kunststijlen uit het interbellum vertegenwoordigen, zoals die pasten binnen de smaak van de maatschappelijke elite in de jaren '20 en '30 van de vorige eeuw (traditionele architectuur waaronder cottagestijI en Style Hoge, art deco, modernisme waaronder invloed van Le Corbusier, Amsterdamse School, Dudok).
De percelen worden in hun geheel beschermd, inclusief de tuin zone en het afsluithek.

Representatief voorbeeld van een rijhuis naar ontwerp van Marcel Storrer in een mengstijl tussen art deco en cottage. Het bijzonder goed bewaard interieur kenmerkt zich door behouden schrijnwerk met glas in lood en hang- en sluitwerk, authentieke vloeren en parketten, schouwmantels, lichtarmaturen in de gang en woonkamer, trap, ... Opvallend is het bewaard meubilair dat voor de woning vervaardigd werd: gefineerde wandkasten in het salon bestaande uit metalen deurtjes onderaan en houten deurtjes bovenaan.