Beschermd cultuurhistorisch landschap

Zoerselbos: fase 2

Beschermd cultuurhistorisch landschap van tot heden

ID
6480
URI
https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/6480

Besluiten

Zoerselbos
definitieve beschermingsbesluiten: 21-11-1985  ID: 2110

Rechtsgevolgen

Meer informatie over de rechtsgevolgen van beschermingen vind je op onze website.

Beschrijving

De bescherming als landschap omvat het noordelijk, oostelijk en westelijk deel van het Zoerselbos te Zoersel/Zandhoven. Dit bosgebied werd in twee fasen beschermd. Deze bescherming omvat de tweede fase. Het zuidelijk deel van dit gebied werd reeds eerder beschermd (fase 1). De bescherming van het Zoerselbos - fase 2 omvat ook enkele spuien, later als monument beschermd bij ministerieel besluit.

De Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (KCML) bracht een advies uit waarbij de historische, wetenschappelijke en esthetische waarde als volgt werd gemotiveerd:

  • historische waarde: het Zoerselbos is een merkwaardig voorbeeld van een halfnatuurlijk landschap, een uniek voorbeeld van hoe een landschap ontstaat door de eeuwenlange wisselwerking tussen mens en natuur. Het is een historisch monument, een bron van gegevens voor de land- en bosbouwgeschiedenis. Onder meer het volgende kan benadrukt worden.
    • Het overgrote deel van het landschap (op het zuidwestelijke deel na) is een gaaf overgebleven deel van het vroegere domein Hooidonk dat gedurende eeuwen (van 1233 tot 1797) als één geheel is beheerd door de Sint-Bernardusabdij. Ook het overige deel van het landschap heeft analoge beheersvormen gekend.
    • Het rendabel maken van de oorspronkelijke woeste gronden (hoofdzakelijk heide en moeras) en de instandhouding van de beboste gedeelten heeft een rijk gevarieerd landschap gecreëerd:
      in het noordoostelijk deel zijn nog delen en restanten van toenmalige bosbouwtechnische ingrepen voor de bebossing van de heidegebieden waar te nemen;
      in de vallei van de Tappelbeek is een vloeibeemdensysteem aangelegd waarvan het dijken- en sluizensysteem en de beemden- en slotenstructuur nog aanwezig is;
      de oorspronkelijke drevenstructuren zijn nog aanwezig;
      een aantal (nu verlande) plassen zijn relicten afkomstig van de vroegere afturvingen en/of van de aanleg van vis(kweek)vijvers;
      de vroegere uitbating van de oude bossen voor verschillende doeleinden heeft nu nog verschillende bosstructuren tot gevolg.
  • wetenschappelijke waarde:
    • flora en vegetatie: de grote diversiteit aan vegetatietypen op een relatief beperkte oppervlakte. Men treft in het Zoerselbos een grote verscheidenheid van milieutypen met de bijhorende levensgemeenschappen:
      • op zure zandleem en lemige zandgronden groeit het voor die standplaats typerende eiken-berkenbos met als kenmerkende soorten onder meer hengel, adelaarsvaren, zomereik, ruwe berk, valse salie, bochtige smele, smalle stekelvaren, brede stekelvaren, blauwe bosbes en struikheide;
      • op de mineraal rijkere bodems treft men elementen aan van het eiken-beukenbos met onder meer soorten als es, bosanemoon, zomereik, muskuskruid, slanke sleutelbloem, gewone salomonszegel, gele dovenetel, wijfjesvaren, mannetjesvaren, bosveldkers, bosviooltje, lelietje-van-dalen en breedbladige wespenorchis;
      • op de armste, zure zandgronden is grove den aangeplant;
      • de voedselrijke kleigronden in de beekvalleien zijn begroeid met alluviale vegetaties of met moeras- of natte weilandvegetaties, men treft er typen of herkenbare fragmenten aan van elzen(broek)bosvegetaties (met onder meer zwarte els, moerasviooltje, bitterzoet, melkeppe, blauw glidkruid, grauwe wilg en geoorde wilg), vegetaties van natte, matig bemeste graslanden (met onder meer wilde bertram, dotterbloem, koekoeksbloem, moerasrolklaver, tweerijige zegge, bosbies, veelbloemige veldbies en moeras-vergeet-mij-nietje) en vegetaties van natte ruigten met onder meer moerasspirea, engelwortel, moerasandoorn, kattenstaart, wolfspoot, gele lis, watermunt en moeraswalstro.
      • in het Heiblok met zijn komvormig reliëf treft men een duidelijk concentrische zonatie aan met in het laaggelegen centrale deel een sporken-wilgenstruweel en errond een dopheidevegetatie; het struweel bevat onder meer de kenmerkende soorten sporkehout, grauwe wilg, geoorde wilg, de bastaardvorm tussen beiden, gagel en als begeleidende soorten komen onder andere zwarte els, zachte berk, gewone wederik, kale jonker, pijpenstrootje, bramen, valeriaan, melkeppe, kruipwilg en moeraswalstro voor. In de dopheidevegetatie zijn onder meer volgende soorten aanwezig: dopheide, pijpenstrootje, struikheide, gagel, kruipwilg, veenpluis en veenmossen.
      • Het voorkomen van een aantal voor België vrij zeldzame tot zeer zeldzame soorten als melkeppe, gagel, moerashertshooi, moerasviooltje, dopheide, koningsvaren, kleine duizendknoop, veenbies, verspreidbladige goudveil, bittere veldkers, kleine valeriaan en witte waterkers.
    • fauna:
      • avifauna: ten gevolge van de verscheidenheid aan vegetatietypen is er een soortenrijk avifaunabestand in het Zoerselbos aanwezig:
      • broedvogels: een 78-tal vogelsoorten broeden in het Zoerselbos gaande van water- en rietvogels tot vogels die gebonden zijn aan heideachtige terreinen en loof- en naaldbossen:
      • voor de watervogels zijn volgende soorten vermeldenswaardig: zomertaling, slobeend, fuut, wilde eend, waterhoen, ijsvogel;
      • voor de rietvogels of de vogels die gebonden zijn aan moerassige terreinen kunnen volgende soorten aangehaald worden: kleine karekiet, sprinkhaanrietzanger, rietgors en blauwborst;
      • soorten gebonden aan natte loofbossen zijn grasmus, tuinfluiter, nachtegaal, spotvogel en bosrietzanger;
      • in de naaldbossen worden kuifmees, zwarte mees en goudhaantje aangetroffen;
      • voor de grotere en oudere boscomplexen zijn volgende soorten waargenomen: wespendief, buizerd, zwarte specht, wielewaal, appelvink, boomkruiper, boomklever en ransuil;
      • voor de open bos- en struikcomplexen zijn dit bonte vliegenvanger, grauwe vliegenvanger, kleine bonte specht, goudvink, braamsluiper en geelgors;
      • voor de heideachtige terreinen zijn dit paapje, boompieper en roodborsttapuit.
      • Een aantal van deze broedvogels is schaars te noemen voor België: fuut, zomertaling, slobeend, zwarte specht en bonte vliegenvanger.
      • Doortrekkers, zomer- en wintergasten: het betreft 87 soorten, waarvan de belangrijkste smient, havik, sperwer, smelleken, wintertaling en sijs zijn.
    • Herpetofauna: in het Zoerselbos wordt één van de overblijvende adderpopulaties in de Antwerpse Kempen aangetroffen.
  • Esthetische waarde: de verscheidenheid aan typische landschappen op een vrij beperkte oppervlakte.
  • Onroerend Erfgoed Antwerpen, beschermingsdossier DA000656, Zoerselbos fase 2, advies KCML (1985).


Waarden

Het Zoerselbos (fase 2) is beschermd als landschap omwille van het algemene belang gevormd door de:

historische waarde

-

wetenschappelijke waarde

-

esthetische waarde

-


Aanduiding van

Is de gedeeltelijke bescherming van

Zoerselbos en Hooidonkse Beemden

Zandhoven (Zandhoven), Halle, Zoersel (Zoersel)
De ankerplaats Zoerselbos en Hooidonkse beemden is een weerspiegeling van een oud agrarisch-economisch concept dat deels teruggaat tot de 18de eeuw en met het Hooidonkbos, het beemdensysteem en de landbouwexploitatie deels tot in de Middeleeuwen. Het compartimentenlandschap en de vele sporen van het oorspronkelijke landbouwgebruik geven het gebied een typisch karakter. De vroegste verwijzing naar het gebied gaat terug tot 1233, toen de Hertog van Brabant het bos Hoodonc aan de Abdij van Villers schonk. Later kwam het gebied in handen van de Sint-Bernardsabdij van Bornem. Kenmerkend voor het gebied is het vloeibeemdensysteem. Ook werden er enkele visvijvers aangelegd. Met het kasteel ‘Zoerselhof’, enkele oude hoeves en kapellen omvat de ankerplaats tevens heel wat bouwkundig erfgoed. Het Boshuisje was een bron van inspiratie voor ‘De Loteling’ van Hendrik Conscience.


Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.