in casu architectuurhistorische waarde:
Als zijnde een representatief voorbeeld van kwalitatieve hoogbouw van het type 'residentie', nog gekenmerkt door een geïndividualiseerde vormgeving en residentieel karakter. Het betreft een handels- en appartementsgebouw, voorheen met horecafunctie op de begane grond (restaurant, bodega en bar), daterend van vlak na de Tweede Wereldoorlog (1949), als wederopbouw op de plaats van een vernield 19de-eeuws zeedijkhotel.
Als zijnde een naoorlogs bouwwerk met late inslag van art-decostijl (cf. geveldecoratie) dat grotendeels zijn typerende vormgeving verkrijgt door het zoeken naar evenwicht tussen functionaliteit, esthetiek en duurzaamheid. Het bewaart zlJn typerende vormgeving van o.m. sokkelvormende onderbouw met entresol, overkragende bovenbouw en platte bedaking met dakterras; opvallende afgeronde torenvormige hoekpartij bekroond door een belvédère. Het residentieel karakter wordt versterkt door de hoofdinkom die uitgewerkt is als portiek. Duurzaam materiaalgebruik in zowel binnen- als buitenafwerking (gebruik van o.m. witte en blauwe natuursteen, diverse marmersoorten). Vermeldenswaardig in het interieur is o.m. de majestueuze inkomhal met rijkelijke aankleding en de centrale traphal met marmeren bordestrap en de bewaarde personen- en dienstliften.
Als zijnde getuige van het oeuvre van de Oostendse architect Georges Boutelier (Oostende) die in samenwerking met architecten Pierre Vanbeginne (Brussel, 1903-1999) en Jan Vanhoenacker (Kortrijk, 1875-Antwerpen, 1958) het ontwerp realiseerde van de residentie Beau Site, dat als beste geselecteerd werd in de architectuurwedstrijd uitgeschreven in 1946 door de 'Gemeenschappelijke Kas van de Nationale Federatie voor Bouwbedrijven Openbare Werken' gevestigd te Brussel.

Het geheel van liften illustreert de uitrusting van een appartementsgebouw daterend van vlak na de Tweede Wereldoorlog. Opmerkelijk is de aanwezigheid van een afzonderlijke personeels-/goederenlift met eigen uitvoeringskenmerken. Het uitzicht en het materiaalgebruik van de liftkooien en de eenvoudige matglazen afscherming tussen het trapgedeelte en de liftschacht is in overeenstemming met de architecturale inspiratie van de ontwerper en vormt een materiële getuige van ontwikkelingen ter zake alsook van de toen steeds meer verspreide stilistische verzakelijking op het vlak van de liftenbouw.

Als zijnde een illustratie van een bepaald type van collectieve privébehuizing, met name de residentie, waarin bouwconcept en vormelijke uitwerking nog de nodige aandacht krijgen. Opgetrokken als opbrengsteigendom met integratie van gemeenschappelijke voorzieningen als o.m. restaurant, bodega, bar en conciërgerie, sluit de bouw van grootschalige appartementsgebouwen aan bij de stijgende democratisering van het kusttoerisme na de Tweede Wereldoorlog. Hiermee is de stedenbouwkundige evolutie ingezet naar de uitbouw van Oostende als hoogbouwstad in functie van het opkomend massatoerisme.