in casu architectuurhistorische waarde:
Als zijnde een historische hoevesite (aanduiding op de Ferrariskaart) waarvan het boerenhuis en het bakhuis gaaf bewaard zijn. Het boerenhuis gaat terug op de 18de eeuw: dit blijkt uit de aanduiding op de Ferrariskaart, de dateringen 1744 (confer jaarankers in de linker zijgevel) en 1788 (confer inscriptie op balk in het rechter lager gedeelte) en diverse bouwkenmerken zoals onder meer de afwerking van de linker zijgevel en de steile dakhelling. Het bakhuis van 1901 getuigt van een evolutie in de constructie van bakhuizen. Oorspronkelijk leunde bij het huisgedeelte van 1788 een bakhuis aan. Het bakhuis van het eenledige type achter het boerenhuis werd in 1901 gebouwd ter aanvulling of ter vervanging van het genoemde bakhuis.
Het boerenhuis getuigt van de omvang die boerenhuizen van de iets rijkere hoeves in de l8de eeuw aannemen in deze streek. Het belang van dit huis blijkt onder meer uit de grootte van de kelder (oorspronkelijk een achttal kelderramen) en de opkamer. Het haardgewelf in de kelder duidt op de omvang van de oorspronkelijke schouw op de opkamer. Op de begane grond is de brede schouw met bewaarde tegeltjes in de Delftse traditie bewaard. Ook de beschilderde balkenlagen van moer- en kinderbalken zijn gaaf bewaard met geprofileerde balksleutels, de balksleutel in het lagere huisgedeelte draagt het uitgewerkte jaartal 1788. Ook de kapconstructie is gaaf bewaard.
Als zijnde een boerenhuis dat in zijn structuur een interessante bouwgeschiedenis vertoont: het oudste gedeelte van 1744 met de ruime kelder en opkamer, circa een halve eeuw later wordt rechts (1788) het lagere huisgedeelte aangebouwd. In een deel van de achtergevel van het oudste gedeelte zijn sporen van een vroegere vakwerkconstructie bewaard. Deze bouwgeschiedenis is ook exterieur goed afleesbaar: de volumewerking met steile zadeldaken geeft zowel de opkamer (onder iets hogere nok) als het lagere rechter huisgedeelte aan. De linker zijgevel en de erfgevel bewaren het typologisch oudere systeem van houten kozijnconstructies, bij het zoldervenster (zijgevel) verdiept in korfboognis. De achtergevel daarentegen wordt gekenmerkt door 19de-eeuwse muuropeningen en houtwerk.