Beschermd monument

Likeurstokerij De Beukelaer

Beschermd monument van tot heden

ID
113482
URI
https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/113482

Besluiten

Likeurstokerij De Beukelaer
definitieve beschermingsbesluiten: 12-03-2019  ID: 14771

Rechtsgevolgen

Meer informatie over de rechtsgevolgen van beschermingen vind je op onze website.

Beschrijving

Deze bescherming betreft Likeurstokerij De Beukelaer met bureel, magazijnen en productiehal gebruikt voor de productie van Elixir d'Anvers, met inbegrip van cultuurgoederen.



Waarden

De Likeurstokerij De Beukelaer met bureel, magazijnen en productiehal gebruikt voor de productie van Elixir d'Anvers, met inbegrip van cultuurgoederen, is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:

culturele waarde

In de negentiende eeuw werden jenever en andere sterke dranken erg populair. Door de daling van de graanprijzen ten gevolge van de grootschalige invoer van graan uit Rusland en de nieuwe wereld vanaf het begin van de jaren 1870, steeg het volume geproduceerde alcohol sterk. De algemene verbetering van de conjunctuur vanaf ongeveer 1890 betekende voorts dat de gezinnen iets meer budget hadden voor luxeproducten zoals alcohol. Ook andere producten dan jenever vonden nu een afzetmarkt, meer bepaald anisette, curaçao, absint en elixir. Elixirs zijn suikerrijke, alcoholhoudende dranken gearomatiseerd met tientallen kruiden. Elixirs werden aanvankelijk als geneesmiddel bereid, maar belandden in de tweede helft van de negentiende eeuw steeds meer in het glas van gezonde mensen. De likeuren sloegen vooral aan bij de gegoede bevolking. De stokers probeerden er ook een nieuw publiek mee te bereiken, met name vrouwen. Door de groeiende populariteit van likeur waren er tegen 1910 zelfs 29 likeurstokers actief in de stad Antwerpen. De bekendste elixirs in het land waren de Elixir de Spa en de Elixir d’Anvers. De Beukelaer zag een aantal goede redenen om een glaasje te drinken: alcohol was stimulerend, hielp bij de spijsvertering en bij de genezing van een hele reeks ziektes. Geheelonthouding, zoals werd gepredikt door meer moralistische tijdgenoten, zag hij als tegengesteld aan de volksaard. Het motto van De Beukelaer was “uti, non abuti”, gebruik, maar met mate. Het product Elixir d’Anvers en de producent De Beukelaer zijn aldus voorbeelden van de veranderende smaak in alcoholische producten op het einde van de negentiende eeuw. Elixir d’Anvers is bovendien een iconisch product voor de stad Antwerpen.

historische waarde

Elixir d’Anvers werd vanaf 1863 in Antwerpen gestookt door François Xavier De Beukelaer (1838-1917). In maart 1863 finaliseerde hij het recept van de Elixir d’Anvers op basis van een mengeling van tientallen soorten planten, fruit, kruiden, schors en wortels. De drank kreeg zijn goudgele kleur van saffraan. Elixir d’Anvers sloeg met zijn herkenbare achthoekige fles aan en De Beukelaer won medailles en erediploma’s op diverse beurzen. Elixir d’Anvers werd een succesproduct met een productie van 700.000 liter per jaar vlak voor de Eerste Wereldoorlog. Het gamma van het bedrijf breidde uit met onder andere Balsam en een eigen jenever. Er werkten vlak voor de oorlog 60 tot 80 mensen in het bedrijf. Sinds 1863 stookt het bedrijf De Beukelaer zijn Elixir d’Anvers in het centrum van Antwerpen, sinds 1894 in de Haantjeslei. Zowel de stad als de provincie Antwerpen hadden een traditie van het stoken van jenever. De vier à vijf belangrijkste industriële stokers in Antwerpen produceerden in 1843 12,5% van de Belgische jenever. In 1885 was dat percentage gestegen tot 27% van de landelijke jeneverproductie. Ze produceerden jenever en brandewijn, maar evenzeer zuivere alcohol voor industriële doelen. De Beukelaer is een goed bewaard en representatief voorbeeld van de kleinschalige productie van sterke drank in het centrum van Antwerpen.

industrieel-archeologische waarde

De site De Beukelaer getuigt op een zeldzaam coherente wijze van het volledige proces van het stoken van likeur. In de eerste fase worden de ingrediënten van de Elixir d’Anvers in een koperen alambiek met zuivere alcohol gemengd. Na deze maceratie gedurende vijf dagen, wordt in de tweede fase de distilleerkolf met stoom verwarmd. Via een rode buis wordt de alcoholdamp naar een koelketel gebracht, waar de alcohol condenseert tot het zogenaamde alcolaat of esprit. Een grote geklonken roestrode koelketel staat tegen de zuidoostelijke muur van de hal. Nadat het alcolaat of esprit enkele weken heeft gerust, komt het in de derde fase in de mengketel terecht waar het definitieve product wordt bekomen door zuivere alcohol, gedemineraliseerd water en suiker toe te voegen. De vierde fase omvat de rijping in eikenhouten vaten van de Elixir d’Anvers gedurende een periode van vijf maanden. De zuidoostelijke zijde van de productiehal is ingenomen door rekken met eikenhouten rijpingsvaten. De vijfde fase is het bottelen, stoppen en etiketteren, wat centraal in de productiehal gebeurt. Een aantal van de oude installaties wordt nog door het bedrijf bewaard. Op de site bevinden zich magazijnen voor de opslag van de ingrediënten voor de diverse bereidingen en voor de opslag van de afgewerkte producten. Een deur op de binnenplaats geeft toegang tot de ruimte met de oude stookketel met de fabrieksschoorsteen. De stoom, vandaag opgewekt door een nieuwe ketel, wordt gebruikt voor het opwarmen van de distilleerkolven.

architecturale waarde

De architect Jules Hofman (1859-1919) ontwierp in 1894 een fabriek die uitdrukking wilde geven aan het architecturale streven van de opdrachtgever. Hofman studeerde tussen 1880 en 1884 bouwkunst aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Hij werkte aanvankelijk aan woonhuizen en handelszaken in de neo-Vlaamserenaissance-stijl. Hij werd nadien een van de belangrijkste Antwerpse vertegenwoordigers van de art nouveau, onder andere in de wijk Zurenborg. Vanaf 1909 werkte hij vooral voor de Antwerpse bouwmaatschappij Vooruitzicht. De neo-Vlaamserenaissance-stijl werd in het laatste kwart van de negentiende eeuw gepromoot als nationale bouwstijl en werd vooral in de grote steden zoals Brussel en Antwerpen gebruikt. Er werd teruggegrepen naar de renaissance en de bijhorende idealen van het humanisme als tegenreactie op de neogotiek en de verheerlijking van de geïdealiseerde christelijke middeleeuwen. De neo-Vlaamserenaissance werd de belangrijkste bouwstijl van liberale openbare besturen. De fabriek van De Beukelaer is een voorbeeld van de neo-Vlaamserenaissance-stijl uit de eerste fase van het architecturale oeuvre van Hofman. Dat blijkt uit de verzorgd vormgegeven gevel waarin de typische elementen van de stijl terugkwamen: de trapgevels van de fabriekshal, de speklagen in witte natuursteen in combinatie met rode baksteen en het gebruik van blauwe hardsteen. De architectuur sloot naadloos aan bij het patrimonium van de Antwerpse binnenstad. Voorts werd het interieur van het bureau van de directeur kunstig aangekleed in neo-Vlaamserenaissance-stijl. Het bureau heeft een visgraatparket, lambriseringen, ingebouwde kasten, imitatie goudlederbehang (carton cuire), glas-in-lood raam boven de deur, schoorsteenmantel met spiegel en houten cassetteplafond.


Aanduiding van

Is de bescherming van

Distilleerderij De Beukelaer

Haantjeslei 132 (Antwerpen)
Opgericht circa 1868 door François Xavier de Beukelaer, uitvinder van de likeur "Elixir d'Anvers". De huidige gebouwen naar ontwerp van J. Hofman dateren van 1894.


Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.