Vastgesteld landschapsatlasrelict

Grote Nete van Zammel tot Zoerle, Beeltjens en de depressie van Goor-Asbroek

Vastgesteld landschapsatlasrelict van tot heden

ID
10288
URI
https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/10288

Besluiten

Grote Nete van Zammel tot Zoerle, Beeltjens en de depressie van Goor-Asbroek
vaststellingsbesluiten: 04-02-2014  ID: 5334

Rechtsgevolgen

Meer informatie over de rechtsgevolgen van vaststellingen vind je op onze website.

Beschrijving

Het gebied De Grote Nete van Zammel tot Zoerle, Beeltjens en de depressie van Goor-Asbroek is vastgesteld in de landschapsatlas.



Waarden

ruimtelijk-structurerende waarde

Opvallende ruimtelijk structurerende elementen zijn het boscomplex 'Beeltjens' met de stervormige drevenstructuur en de duidelijk verheven Asberg in het noorden, centraal de lager gelegen Grote Nete met haar vallei die begrensd wordt door de tertiairheuvel van Bergom en de depressie van Goor-Asbroek in het zuiden. Daarnaast vervullen beide kastelen met park, de historische dorpskern van Westerlo met kerk en dekenij en de Kaaibeekhoeve een bakenfunctie in het landschap. Het landgebruik met een mooie aaneensluiting van vochtige weilanden, valleibossen en struwelen in de vallei van de Grote Nete en de depressie van Goor-Asbroek, de naaldhoutaanplantingen op de Asberg en op de tertiairheuvel te Bergom en de bewoningskernen, hoeves en kasteel die allen gesitueerd zijn op zandige donken in of aan de rand van de vallei, versterken de leesbaarheid van het landschap.

sociaal-culturele waarde

Sinds 1968 worden in Westerlo jaarlijks de kasteelfeesten georganiseerd. Deze vinden traditiegetrouw plaats in het kasteelpark de Merode op het eerste weekend van juli en worden georganiseerd door de plaatselijke verenigingen in samenwerking met de familie de Merode. Het kasteel en park worden dat weekend opengesteld en in het park worden talrijke activiteiten georganiseerd gericht op traditie, gastvrijheid en familie.

Op het Riet wordt een nog een veel oudere traditie voortgezet. De staande wip bevindt zich al sinds ca 400 jaar op hetzelfde terrein dat ook nu nog beheerd wordt door de plaatselijke Sint-Sebastiaansgilde. De traditionele wipschietingen, die hier nog steeds plaatsvinden hebben hun oorspronkelijk militair karakter evenwel ingewisseld voor folklore.

esthetische waarde

De esthetische waarde van deze ankerplaats wordt hoofdzakelijk bepaald door de afwisseling in reliëf, landschapsstructuur en landgebruik. In het noorden is er het gave systematisch ontgonnen bosgebied met duidelijk herkenbaar stervormig drevenpatroon en monumentale Beeltjensdreef. Vanaf de bosrand is er zicht op het neogotische Nieuw Kasteel met park. De hoger gelegen duidelijk herkenbare paraboolduin Asberg scheidt dit bosgebied van de centraal gelegen veel lagere vallei van de Grote Nete met een gaaf bewaard kleinschalig landschap. Het kasteel de Merode, een waterburcht met middeleeuwse donjon, vormt samen met het tweeledige domein een gaaf en esthetisch aantrekkelijk geheel op de oevers van de Grote Nete. De samenhang met de in het noorden aansluitende gaaf bewaarde historische kern van Westerlo, met majestueuze etagelinde en historische bebouwing, en het oostelijk gelegen kleinschalig landbouwgebied, met de monumentale Kaaibeekhoeve in een gave omgeving, versterken het historisch karakter. Langs de Neteoevers zorgen zichten op enerzijds de vallei met meer natuurlijk karakter en anderzijds het kasteel met aangelegd park en de Kaaibeekhoeve in zijn historisch landbouwlandschap voor de nodige afwisseling. De depressie van Goor-Asbroek in het zuiden van de ankerplaats vertoont nog een duidelijk herkenbaar valleikarakter met een grote samenhang tussen vegetatie en ondergrond die voor de nodige afwisseling zorgt.

historische waarde

In het gebied komen waardevolle archeologische zones voor zoals de valleien en de droge gronden erlangs die immers een belangrijk aantrekkingspunt vormden voor de mens in het verleden. Stuifduinen, plaggenbodems en alluviale sedimenten in (fossiele) valleien kunnen bovendien archeologische sites afdekken en daarmee voor een uitstekende bewaring zorgen.

Aan het begin van de 18de eeuw startte veldmaarschalk Jean Philippe Eugène de Merode met de aanleg van een indrukwekkend netwerk aan dreven dat tot op heden herkenbaar is. Ter hoogte van de oude Kwarekkendreef resten nog enkele oude beuken. De 18de-eeuwse aanleg van de dubbele Beeltjensdreef, de ster en het aansluitend bos in de Beeltjens met radiale ontginningsstructuur zijn tot op vandaag gaaf bewaard gebleven. De naaldhoutbestanden in Beeltjens en op de Asberg herinneren nog aan de grootschalige mijnhoutproductie vanaf de 19de eeuw. Het Nieuw kasteel, ten westen van de Beeltjens, is een mooi voorbeeld van neogotische architectuur van het begin van de 20ste eeuw. In het omringende park is de vroeg 20ste-eeuwse aanleg nog herkenbaar.

In de vallei van de Grote Nete is de typische samenhang tussen natte weilanden, valleibossen en struwelen tot op vandaag relatief intact gebleven. Een aantal aanwezige vijvers wijzen nog op de voormalige winning van turf en moerasijzererts In de vallei resten nog afgesneden meanders, kunstmatig aangelegde waterlopen, grachten en leibeken die getuigen van de talrijke waterbeheersingswerken die hier sinds de 14de eeuw, maar vooral vanaf de 18de eeuw plaatsvonden. Hoekbomen en (voormalig) hakhout en knotbomen in houtkanten en bomenrijen, die tevens de perceelsgrenzen aangeven, herinneren nog aan oude beheervormen en gebruiken. Voornamelijk in het oosten van de vallei resten nog herkenbare typische voormalige boerenwoningen onder de vorm van verbouwde langgestrekte hoeves.

De historische dorpskern van Westerlo is een goed bewaarde typisch Kempense pleinnederzetting met een met bomen omzoomd marktplein en een oude etagelinde, die op verschillende hoogtes gekandelaard werd. Langs dit marktplein zijn er nog een aantal fraaie 19de-eeuwse burgerhuizen, soms met oudere kern. Het kerkhof rondom de excentrisch gelegen Sint-Lambertuskerk met 14de-eeuwse kern in ijzerzandsteen, is als één van de weinigen in de Kempen bewaard gebleven. Deze bevat een fraaie grafkelder van de grafelijke familie de Merode in Demergotiek. Naast de kerk bevindt zich de in 1618 gestichte Norbertijnerdekenij met tuin en omgrachting.

Het kasteel(park) de Merode behoort tot de oudste landgoederen in het Vlaams Gewest met als kern een 14de-eeuwse donjon of woontoren. Het park in de onmiddellijke omgeving van het kasteel, ten noorden van de Grote Nete, werd tijdens het laatste kwart van de 19de eeuw aangelegd in landschappelijke stijl. Ten zuiden van de Grote Nete ligt een parkbos in geometrische stijl met kanaal en drevenstelsel, dat aangelegd is in het begin van de 18de eeuw werd.

Het Riet was van oudsher de gemene weide van Westerlo, gekend als het Cleyn Broek. Het oostelijk deel ten noorden van de Grote Nete werd door middel van ophoging en het graven van grachten aan het einde van de 16de eeuw ingericht als schans. De huidige wip gaat zeker terug tot de 18de eeuw. In 1874 werd hier de multifunctionele mobiele dam ‘het Trammetje’ gebouwd met stroomopwaarts ten zuiden van de Grote Nete een systeem van kanaaltjes en sluisjes om zodoende de hooiopbrengst door bevloeiing te optimaliseren. In het westen van het Riet stonden aan het einde van de 18de eeuw steenovens.

De vroegste bronnen over de Kaaibeekhoeve gaan terug tot 1270. Zowel de hoeve met omgrachting als het omringende landbouwlandschap is sinds het einde van de 18de eeuw quasi ongewijzigd gebleven. De houtige perceelsbegrenzingen, bestaande uit voornamelijk opgaande bomenrijen en hoekbomen, bleven tot op heden grotendeels bewaard.

In het Goor werd aan het begin van de 19de eeuw op een planmatige manier turf gewonnen. Het regelmatige dijkpatroon, de regelmatige percelen, een aantal vijvers en een restant van een mogelijke turfvaart getuigen nog van deze turfwinning.

natuurwetenschappelijke waarde

Deze ankerplaats heeft een belangrijke geomorfologische waarde met landschappelijke relicten uit verschillende geologische perioden. De getuigenheuvel uit ijzerzandsteen te Bergom is, waarschijnlijk nog een relict van de tertiaire zandbanken die tijdens het bovenmioceen voor de toenmalige kust lagen. Parallel aan de Grote Nete liggen langgerekte zandige rivierduinen, ontstaan tijdens het weichseliaan , die nu als donken in het landschap zichtbaar zijn. In de depressie van Goor-Asbroek is een fossiele vallei van de Grote Nete bewaard gebleven. De Asberg is een paraboolduin die ontstond tijdens het laatglaciaal door het verstuiven van dekzanden onder invloed van sterke westenwinden.

De grote verscheidenheid aan karakteristieke bodems binnen de ankerplaats vertegenwoordigt een belangrijke bodemkundige waarde. Door hun langdurige ontstaansgeschiedenis hebben deze zowel een eigen intrinsieke waarde als een hoge informatiewaarde op bodemkundig, geomorfologisch en historisch vlak. Vermeldenswaardig zijn de aanwezige veensedimenten die mogelijk dateren van het subboreaal en subatlanticum en een belangrijk, maar kwetsbaar bodemarchief met hoge paleo-ecologische waarde vormen.

Door de aanwezigheid van hogere heuvels in het relatief vlakke reliëf treden er belangrijke hydrologische processen op. Deze hogere gebieden vormen het infiltratiegebied voor regenwater dat in de depressies als kwelwater weer naar boven komt.

De variatie in bodemklassen, reliëf, hydrologie en ondergrond binnen de beperkte oppervlakte van dit eerder smalle valleigebied, geven aanleiding tot landschapsecologische gradiënten die vaak nog versterkt worden door menselijke ingrepen. Hierdoor kent de ankerplaats ook een botanische waarde. Deze gradiënten worden o.a. weerspiegeld in de samenstelling van de bossen en graslanden. Vooral in het Goor zijn de gradiënten en de daaraan gekoppelde vegetatie goed waarneembaar. Hier is de interactie tussen substraat, hydrologie en (micro)reliëf verantwoordelijk voor de erg zeldzame vegetatie die normaal gezien gelinkt wordt aan kalkrijke milieus. In de Kwarekken komen een aantal kwelafhankelijke soorten voor en in het Riet groeien een aantal zeldzame relictvegetaties die samenhangen met de venige ondergrond. In de bossen van Beeltjens groeit de grootste gekende populatie van de zeldzame stippelvaren.


Aanduiding van

Is de vaststelling van

Grote Nete van Zammel tot Zoerle, Beeltjens en de depressie van Goor-Asbroek

Geel (Geel), Herselt (Herselt), Westmeerbeek (Hulshout), Varendonk (Laakdal), Westerlo (Westerlo)
Het gebied, gelegen in de Zuiderkempen omvat de vallei van Grote Nete en haar fossiele bedding, met ten noorden een beboste paraboolduin met heiderelicten en de historische kern van Westerlo en ten zuiden een Diestiaanheuvel. Dit sterk gevarieerde landschap toont een mooi en coherent geheel tussen het quasi natuurlijke valleilandschap, meer ingerichte natuur- en cultuurlandschappen zoals de door dreven gekenmerkte bossen, het kasteel de Merode met omringend geometrisch en landschappelijk park, het agrarisch landschap rondom de Kaaibeekhoeve en het Riet met voormalige vloeiweidestelsel en het stedelijk landschap van Westerlo met 17de-eeuwse linde op een driehoekig marktplein omgeven door 19de-eeuwse burgerwoningen, kerk en dekenij.

Is de omvattende vaststelling van

Afsluitingshaag van els

Provinciebaan (Herselt)
Langs de westzijde van het erf van de Schanshoeve staat een afsluitingshaag van els.


Afsluitingshaag van haagbeuk bij een molenhoeve

Asberg 6 (Westerlo)
Een oude uitgegroeide afsluitingshaag van haagbeuk is een relict van de erfbeplanting van de molenhoeve die hoorde bij de banmolen van Asberg. Deze haag gaat mogelijk terug tot het einde van de 18de eeuw.


Beeltjensdreef

Beeltjensdreef (Westerlo)
De Beeltjensdreef werd aangelegd door Jean-Philippe Eugene de Merode in 1722. Aanvankelijk liep deze dreef van aan de kapel van de Huypensberg (nu gelegen op de Merodedreef) tot aan de Molen in Zoerle (gelegen op de Asberg). Dit was een van de vele dreven die de toenmalige markies van Westerlo liet aanleggen binnen zijn heerlijkheid.


Dreven in het kasteelpark de Merode

Diestsebaan (Herselt)
Jean Philippe Eugène de Merode liet in zijn kasteeldomein een geometrische tuin aanleggen met centrale vijver en stervormige dreven. De drevenstructuur van het park bleef tot op vandaag volledig bewaard, maar de begeleidende beplantingen zijn niet altijd volledig en soms anders ingevuld. Zo werden de dubbele lindendreven langs de spiegelvijver vervangen door eikendreven. die echter in 2015 gekapt werden. Ook de overige dreven in het park zijn ondertussen aangeplant met eik of beuk en soms gedeeltelijk dichtgegroeid.


Dreven in Westerlo en Herselt

Berglaan, Hoge Dreef, Kaaibeek (Herselt), Annadreef, Hollandse dreef, Koning Leopoldlaan, Kwarekkendreef, Langedreef, Overwijs, Papedreef, Sint-Lambertusstraat (Westerlo)
In de eerste helft van de 17de eeuw, liet Jean-Philippe Eugène de Merode heel wat dreven aanleggen in de heerlijkheid Westerlo waarvan vele tot op heden bewaard bleven, zij het niet met de oorspronkelijke beplanting.


Essenhakhoutbosje in de Netevallei

Herselt (Herselt)
Langs de middenloop van de Grote Nete, komt in Herselt een groot oppervlakte hakhoutpercelen van gewone es voor. Het traditionele hakhoutbeheer wordt op deze percelen nog goed onderhouden.


Etagelinde op de markt van Westerlo

Grote Markt (Westerlo)
Eén van de blikvangers op de bredere westzijde van de markt te Westerlo is de eeuwenoude Marktlinde, een schitterend voorbeeld van een in etage gesnoeide Hollandse linde (Tilia europaea (x)).


Gemengde houtkant

Jagersweg (Westerlo)
Langs de jagersweg te Westerlo, bevindt zich een gemengde houtkant met hakhout van berk en kastanje. Kastanjehakhout komt in de regio wel vaker voor.


Geënte bruine beuk als markeringsboom

Karel Wernerdreef (Westerlo)
Op het kruispunt van de Karel Werner en Karel Lodewijkdreef, staat een geënte bruine beuk. De boom werd geënt op circa 1,50 m. Vermoedelijk werd de boom aangeplant als markeringsboom.


Hakhout van Amerikaanse eik op donkrand

Herselt (Herselt)
Langs de donkrand ten noorden van de Zwanendonk, staat een rij Amerikaanse eiken in hakhoutbeheer.


Houtkant met witte abeel

Overwijs (Westerlo)
Op de rand van een bos en weiland in Overwijs, bevindt zich een houtkant van witte abeel. Vermoedelijk gaat het hier om een recente aanplanting daar witte abeel traditioneel niet als hakhout werd gebruikt.


Houtwal

Overwijs (Westerlo)
In het noorden van de Beeltjensbossen komt langs een pad een houtwal met hakhout van zomereik voor. Vermoedelijk is dit een restant van een oude perceelsrandbeplanting, toen het perceel nog als landbouwgrond gebruikt werd.


Karel Wernerdreef

Karel Wernerdreef (Westerlo)
Langs het meest zuidelijke gedeelte van de Karel Wernerdreef staat nog een enkele rij van 7 beuken met omtrekken van circa 3 m. Deze dreef werd aangelegd in de tweede helft van de 19de eeuw ter ontginning van de naaldhoutbossen die in die periode op de Asberg geplant werden.


Kastanjedreef in het park Jeanne de Merode

Boerenkrijglaan 61-63 (Westerlo)
Ten noorden van het kasteel Jeanne de Merode loopt een dreef van opgaande kastanjes. Vermoedelijk gaat het om een afwisselende aanplant van rode bastaardpaardenkastanje en witte paardenkastanje. De dreef maakt deel uit van het vroeg 20ste-eeuwse park dat aangelegd werd in opdracht van gravin Jeanne de Merode. De bomen hebben stamomtrekken tussen de 180 en 250 cm.


Kastanjehakhout op de Asberg

Asberg (Westerlo)
De Asberg is een paraboolduin ten noordwesten van de dorpskern van Westerlo. De duin lag tot op het einde van de 18de eeuw onder heide, maar werd nadien bebost. Op de noordoostzijde van de duin komt nog kastanjehakhout voor. De kastanjehakhoutstoven zijn mogelijk nog een relict van een oudere bosbeheervorm.


Knoteikenrij als perceelsrandbeplanting

Jagersweg (Westerlo)
Langs de westzijde van een weiland, gelegen langs de Jagersweg te Westerlo, staat een rij knoteiken. In het agrarisch gebied werden bomen traditoneel als knotboom beheerd in functie van het leveren van brand- en geriefhout. Een houtige perceelsrandafscheiding is voor het eerst te zien op een topografische kaart uit 1930. Wellicht is het diezelfde rij die nu nog steeds aanwezig is.


Opgaande beuk bij de Grote Nete

Westerlo (Westerlo)
Langs de Grote Nete, ten oosten van het kasteelpark de Merode, staat een opvallende scheefgegroeide beuk. Mogelijk maakte de beuk, samen met de nabijgelegen haagbeuk en kastanjelaar deel uit van de parkbeplantingen nabij het kasteel de Merode.


Opgaande beuken als relict van de Kwarekkendreef

Kwarekkendreef (Westerlo)
De Kwarekkendreef werd in 1718 aangelegd onder impuls van Jean Philippe Eugène de Merode, die over heel zijn grondgebied dreven liet aanleggen. Aanvankelijk liep deze dreef over de zuidrand van de donk, maar bij de aanleg van de Marlyhoeve, in de tweede helft van de 18de eeuw, werd een deel van de dreef verlegd naar de noordrand van de donk.


Opgaande eik als hoekboom

Goorbeek (Herselt)
Langs een pad, in de hoek van een perceel, staat een eik als hoekboom geplant. De (huidige) hoekboom, een zomereik met een stamomtrek van bijna 4 m, dateert wellicht uit een latere periode.


Opgaande eik met boomkapel

Goorbeek (Herselt)
Op een kruispunt van wegen werd tegen een opgaande eik een mariakapel bevestigd. Op die manier vervult de boom nu een functie als kapelboom.


Opgaande eiken langs perceelsgrenzen

Provinciebaan (Herselt)
In het landbouwgebied rondom de Schranshoeve staan 8 opgaande eiken als relicten van voormalige perceelsrandbeplanting. In de tweede helft van de 19de eeuw waren quasi alle percelen hier omzoomd door een houtige afsluiting, vermoedelijk een combinatie van hagen met opgaande en/of geknotte bomen.


Opgaande eikenrijen als perceelsrandbeplanting

Goorbeek, Kaaibeek (Herselt)
Op de figuratieve kaart van A. Meulemans uit 1787 staat de Kaaibeekhoeve met al haar gronden afgebeeld. Deze waren omzoomd door houtkanten en bomenrijen. Tot op heden zijn op diezelfde perceelsgrenzen bomenrijen aanwezig.


Opgaande plataan in kasteelpark de Merode

de Merodedreef 128 (Westerlo)
Aan het kasteel de Merode te Westerlo staat een reusachtige plataan. In het kasteelpark komen verschillende dikke platanen voor, voornamelijk gesitueerd langs de rand van de Nete, maar dit exemplaar vlak bij de kasteelsgebouwen is het meest indrukwekkend.


Opgaande zomereik als hoekboom

Westerlo (Westerlo)
In de hoek van een perceel, gelegen langs de Grote Nete, staat een opgaande eik die vermoedelijk aangeplant werd als hoekboom om de perceelsgrens te fixeren.


Perceelsrandbeplantingen bij Goorbeek

Goorbeek (Herselt)
In Goorbeek, gelegen in het noordoosten van Herselt, komt een hoge concentratie perceelsrandbeplantingen voor. Deze worden hoofdzakelijk als lage knotbomen (knot op circa 30 à 50 cm) beheerd. Langs de weg aan de noordzijde zijn de bomen in hakhoutbeheer. We treffen elzen, essen en eiken aan. Het traditioneel beheer vindt tot op vandaag nog regelmatig plaats.


Twee geënte lindes bij het Kapelleke van de Maarschalk

Diestsebaan (Herselt)
Aan weerszijden van het kapelleke van de Maarschalk zijn twee geënte lindes geplant. Deze twee lindes zijn typische kapelbomen die een kapel gewijd aan Maria begeleiden.


Twee lindes op de Asberg

Karel Wernerdreef (Westerlo)
Over de Asberg loopt de Karel Wernerdreef. Op het hoogste punt van deze dreef, staan twee lindes ingeplant. Ze vormen een soort van (triomf)boog, of poort.


Wintereikenbosje

Kaaibeek (Herselt)
Tegenover de Kaaibeekhoeve bevindt zich een klein wintereikenbosje met nog enkele oude stoven iepenhakhout. In de 18de eeuw ging het om een redelijk open perceel met hierop hout dat mogelijk diende om de ovens te voeden. Het is niet duidelijk of het hier om opgaande bomen of hakhout of een combinatie van beiden gaat. Gezien de oude iepenstoven nu nog aanwezig, kunnen we veronderstellen dat er waarschijnlijk alleszins hakhout stond.


Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.